Column Paul Schrijver: Een boerendorp

Column Paul Schrijver: Een boerendorp

Column Paul Schrijver: Een boerendorp

Door Paul Schrijver

“Kom je uit Hoonhorst ja? Boerrrrrrr!!” Misschien klinkt het voor velen wel bekend in de oren.

Die eerste dag op de middelbare school in onze grote provinciehoofdstad, of de eerste werkdag op kantoor ergens in de Marslanden.

Wie uit Hoonhorst komt is een boer! Als Maurice De Hond deze stelling zou voorleggen aan het winkelend publiek in de Diezerstraat zou 80% zeggen van wel. In Hoonhorst heeft iedereen immers een tractor op de oprit staan, loopt men op houten klompen en grazen de koeien bij Jan en alleman het gras tussen de tegels vandaan. Door velen gekscherend bedoeld allicht, maar er zullen ook ‘stadsen’ zijn die dit als werkelijk denkbeeld hebben. Zo’n 18% van de ondervraagden zou de wenkbrauwen fronsen en vragen waar Hoonhorst ligt of in ieder geval de naam Hoonhorst nog eens op een denigrerende toon uitspreken. De overgebleven 2% moet er per toeval een keer doorheen gereden zijn, toen de Poppenallee was afgesloten en zij wel door ons dorp moesten, om nog een beetje bijtijds thuis te zijn.

Wie daar als Hoonhorster niet tegen kan heeft pech gehad, want zo is de realiteit dikwijls.Allemaal vermakelijk wat mij betreft. Want deze denkwijze kun je ook prima naar je hand zetten. De smoes: “ik was te laat want de koeien moesten oversteken”, slikt een beetje Zwolse leraar voor zoete koek. “Ga maar gauw zitten dan.”  En dan te bedenken dat het soms écht gebeurde, dat je moest wachten op een kudde roodbonte koeien, die de weg van de melkstal naar het weiland aan de overkant van de Molenhoekweg bewandelden. Altijd weer diezelfde kreupele koe achteraan, die het tot overmaat van ramp ook nog nodig vond om zijn behoefte te doen op het wegdek.

Of het verhaal dat je vlak voor Wijthmen aan de kant was gezet door ‘een agent op een varken’ die kwam controleren of je achterlicht wel naar behoren functioneerde. Iedereen lachen natuurlijk, maar je mocht wel zonder briefje te halen je plaats in de klas innemen.Een bomvolle streekbus uit de richting Dalfsen welke Hoonhorst letterlijk en figuurlijk links liet liggen, klonk misschien nog wel als de meest standaard smoes. Helaas was juist dit vaak de waarheid.

Een boerendorp zal Hoonhorst altijd wel blijven want, Hoonhorst ligt nu eenmaal in een agrarisch gebied. Iets waar we met z’n allen overigens trots op mogen zijn. Wanneer je terugkijkt in de tijd, kun je niet anders dan tot de conclusie komen dat er heel hard is gewerkt om dit dorp levend te houden. Van de opening van de kleuterschool in de jaren ’50 tot de opening van de bibliotheek en gymzaal in 1968 en de ingebruikname van de Potstal in 1973. Zomaar wat heugelijke momenten uit de geschiedenis.

Dit boerendorp heeft inmiddels een enorme voorsprong op de rest genomen, als het gaat om duurzaamheid. Iets waar je als Hoonhorster trots op mag zijn. Een boerendorp met aanzicht, nu de Molen van Fakkert fier overeind staat en een boerendorp met een saamhorigheidsgevoel waar je u tegen zegt. In goede maar ook in slechte tijden. Dorpsfeesten als het Sproeifeest, Carnaval en Kachel FM worden jaarlijks door honderden mensen uit de wijde omtrek bezocht en ja, ook uit Zwolle.

Over 30 jaar moet de scholier onderweg naar Zwolle misschien nog steeds afstappen voor een verlichtingscontrole van het KLPD ter hoogte van Restaurant De Mol. Dan had deze scholier waarschijnlijk voor hij van huis vertrok niet goed op zijn iPhone gekeken, want de rest van het ‘schoolpeloton’ was via Twitter allang op de hoogte gebracht van deze controle en koos voor een alternatieve route.

Laten we hopen dat de koeien tegen die tijd nog wel steeds de Molenhoekweg oversteken, om in de hypertechnische melkstal gemolken te worden door een al net zo hypermoderne melkrobot.

Wie weet kunnen we dan ook wat met de mest doen van die kreupele koe achterop, want we blijven een boerendorp.

Een duurzaam boerendorp, dat wel.

« Terug naar nieuws